GO-Foto-logo-wit
Disruptie is het nieuwe modewoord | 040-2016

Gepubliceerd op

Dinsdag is m’n mediadag. Ik was vandaag op de redactie van een grote krant, bezocht twee grote radiostations, sprak over TV en keek mee hoe anderen een reusachtige website bouwen. Alles draaide op volle toeren.

Disruptie is het nieuwe innoveren

De werkelijkheid lijkt in schril contrast te staan met alle discussies over de teloorgang van de traditionele media. Veel mediamakers houden hun adem in, want de Grote Ommekeer heeft zich aangediend: de krant verliest betalende abonnees aan Blendle, de radioreclame keldert in 2015 met vijf procent door Spotify en TV raakt kijkers kwijt aan YouTube.

De nieuwkomers zorgen voor ongemak, verdeeldheid en ze verzieken de vertrouwde markt. Disruptie is het nieuwe woord voor innovatie.

Disruptie in de mediawereldEen week geleden was er in de Rode Hoed een discussie over de toekomst van de journalistiek. Op het podium zat Clairy Polak. Zij stuurde een gesprek tussen Ernst-Jan Pfauth (uitgever De Correspondent), Ad van Liempt (oud-hoofdredacteur NOVA), Peter Vandermeersch (hoofdredacteur NRC Handelsblad), Xandra Schutte (hoofdredacteur De Groene Amsterdammer) en Sjuul Paradijs (oud-hoofdredacteur De Telegraaf). Op internet staat een aardig en zeer beknopt verslag.

Als ik het artikel lees, dan blijft me vooral bij dat Ernst-Jan Pfauth (de brenger van de disruptie) het opneemt tegen Sjuul Paradijs (een wannabe disruptor). De andere dame en heren benadrukken steeds dat het allemaal zo’n vaart niet zal lopen en dat het eigenlijk best meevalt met die verstoring van het echte journalistieke ambacht.

Het zal ongetwijfeld iets genuanceerder zijn gezegd, daar in Amsterdam. Ook zal in alle betogen een kern van waarheid hebben gezeten, maar één ding is zeker: de media zoals wij die kennen van de afgelopen halve eeuw, gaan de komende tien jaar een periode van stormachtige veranderingen tegemoet.

Ik ben het met Sjuul Paradijs eens dat nieuwsjagers tegenwoordig beter schappen kunnen gaan vullen bij de Albert Heijn. In de journalistiek is nauwelijks meer een belegde boterham te smeren.

Journalisten worden bovendien bij bosjes tegelijk op straat gezet. Ze beginnen voor zichzelf en verhuren zich onder de marktprijs als schrijver van webartikelen, of als een chique ‘content creator‘. Voor fotografen, cameramensen en geluidstechnici geldt hetzelfde verhaal. Er is genoeg werk, want we er zijn meer verhalen nodig dan ooit. Al die reclamefolders, webpagina’s, nieuwsbrieven, wervelende video’s en bedrijfsblaadjes hebben inhoud nodig. Daar zijn schrijvers en plaatjesmakers voor nodig.

De economische crisis en de gelijktijdig optredende ‘disruptie’ in de mediasector hebben alles ontwricht, zelfs de salariëring van de professionals die het hardst nodig zijn. Die situatie gaat wel weer stabiliseren, maar nu nog even niet. Eerst moet de AEX maar weer eens ruim boven de 400 punten uitklimmen, want de beurs lijdt ook aan een stevige disruptie…

andere
verhalen